Ga naar de inhoud

Drie stagiairs over werken bij Abrona: “leren, groeien en echt iets betekenen”

Wat leer je nou écht tijdens een stage bij Abrona? Hoe is de sfeer, de begeleiding, en wat blijft je bij? Drie studenten – Bart, Valentijn en Sophie – delen hun ervaringen. Ieder met hun eigen verhaal, maar met een gedeeld gevoel: “Hier word je gezien.”

Bart en Valentijn volgen de opleiding Social Work, Sophie studeert Management in de Zorg. Alledrie kozen ze bewust voor Abrona. “Ik had nog nooit in de gehandicaptenzorg gewerkt,” vertelt Bart. “Mijn moeder werkte bij Abrona en zei: ‘Waarom probeer je het niet gewoon?’ Ik ben blij dat ik dat gedaan heb.”

Valentijn herkent dat. “Eigenlijk was het de doelgroep die mij naar deze opleiding trok. Mensen met een verstandelijke beperking – dat is waar ik iets mee wilde. Abrona voelde als een logische plek om die ambitie te toetsen.”

Sophie kwam via een open sollicitatie binnen. “Ik hoorde dat het lastig kon zijn om stage te vinden vanuit mijn opleiding. Maar Abrona reageerde heel snel. Vanaf het eerste gesprek voelde het goed.”

Taken in de praktijk

Bart liep stage bij woongroep de Kometenlaan en werd uiteindelijk werkstudent. “Ik begon bij de dagbesteding, maar merkte dat ik het échte contact miste. Op de groep kan ik echt één-op-één met mensen aan de slag. Bijvoorbeeld met een bewoner die veel op zijn kamer zat. We gingen samen gamen – heel laagdrempelig. Maar daardoor kwamen de gesprekken op gang.”

Valentijn werk bij woongroep Nieuw Bleyenburg, een locatie met oudere bewoners. “Ik mocht echt meedraaien. In het begin volgde ik vooral één bewoner. Ik kende zijn hele dossier, kreeg alle mails en kon daardoor verdiepen. Dat was fijn. Als nieuwkomer in de zorg heb je overzicht nodig.”

Bart

Sophie loopt op dit moment onderzoekstage. “Ik onderzoek hoe we verpleegkundige zorg toekomstbestendig kunnen inrichten. Daarvoor spreek ik allerlei collega’s en bezoek ik locaties. Maar ik heb ook een dag meegelopen met de wijkzorg. Toen zag ik pas écht voor wie ik dit doe.”

Begeleiding maakt het verschil

Over begeleiding zijn ze alle drie uitgesproken positief. “Ik heb zóveel aan mijn team gehad,” zegt Bart. “Gewoon praktische tips: ‘Ik zie dat je heel erg naar voren zit als je contact maakt met een cliënt, probeer eens wat laconieker achterover te zitten, dat voelt fijner voor de bewoner.’ Dat soort kleine dingen maken een wereld van verschil.”

Ook Valentijn voelde zich gehoord: “Mijn stagebegeleider was er niet elke dag, maar dat was juist goed. Zo leerde ik ook veel van collega’s. En we hadden wekelijks een reflectiemoment, waarin ik echt even stil kon staan bij mijn ontwikkeling.”

Sophie noemt haar begeleider een expert. “Bea weet zóveel over verpleegkundige zorg. Ze stelt vragen, denkt mee, is betrokken. Daardoor durf ik ook meer te vragen en leer ik meer.”

Sophie

Groeien in zelfvertrouwen en inzicht

De leeropbrengst? “Zelfvertrouwen,” zegt Bart zonder aarzeling. “In het begin vond ik alles doodeng. Ik dacht: wat moeten deze mensen met mij? Maar nu weet ik: ik kan iets betekenen. Ik ben van waarde.”

Valentijn: “Ik ben alerter geworden. Ik zie nu veel sneller waar bepaald gedrag vandaan komt. ‘Lastig gedrag’ is vaak een teken van een onvervulde behoefte. Dat inzicht heeft mijn blik op de zorg veranderd.”

Sophie ontwikkelt zich juist in de breedte. “Ik leer hoe beleid werkt, hoe je onderzoek doet, hoe je draagvlak creëert. En doordat ik eerder ook als werkstudent heb gewerkt, heb ik dat lijntje met de praktijk.”

De sfeer? Als een warm bad

Abrona voelt voor allemaal als een warme plek. “Ik heb hier echt het gevoel dat ik er toe doe,” zegt Valentijn. “Ik werd meteen opgenomen in het team. Collega’s kenden me niet, maar ik hoorde erbij. Het voelt hier als één familie.”

Sophie vult aan: “Abrona voelt als een warm bad. Collega’s zijn open, lief en willen echt samen zorgen dat het goed gaat – voor cliënten én medewerkers.”

Bart beaamt dat: “Zeker toen het team hechter werd, voelde ik me echt thuis. Iedereen kende elkaar goed, het was een veilige plek om te leren.”

En de toekomst?

De stage had voor allemaal invloed op hun toekomstplannen. Bart blijft voorlopig bij Abrona werken: “Als ik mijn diploma heb, wil ik hier blijven. Ik zit hier op mijn plek.” Valentijn zegt: “Voor mij was het vooral bevestiging: dit is het werk dat ik wil doen. Dit is wat ik de aankomende paar jaar ga doen.” En ook Sophie blijft betrokken: “Ik ga deze zomer aan de slag als activiteitenbegeleider. Het voelt goed om door te groeien binnen dezelfde organisatie.”

Mooie momenten

De mooiste herinneringen? Die zijn er volop. Bart: “De klik met bewoners. Eén bewoner zei op een dag: ‘Ik vind het fijn dat jij er bent.’ Daar doe je het voor.”

Valentijn

Valentijn vertelt enthousiast: “Een bewoner van 90 gaat elke dag de stad in. Toen hij last van zijn voeten kreeg, moesten we hem een beetje afremmen. Dus brachten we de stad naar hem – met een zelfgemaakte flesjesmachine en appeltaart van de HEMA. Hij vond het geweldig.”

Sophie genoot van de dag met de wijkzorg. “Voor het eerst voelde ik: dit is voor wie ik het doe. Dat blijft me bij.”

Aanrader?

Zou je Abrona aanraden als stageplek? De drie zeggen volmondig: “Ja.” Of zoals Bart het zegt: “Ik kreeg hier alle ruimte om te leren. Wat wil je nog meer?”

Het laatste nieuws

Nieuws

“Elke stap is er één” – huisarts Guda over haar werk bij Abrona

Sinds kort werkt Guda als huisarts bij Abrona. Eerder viel ze al in als waarnemer, en dat smaakte naar meer....

Verhaal

Tekenen en schilderen in het Atelier van Abrona

Iedereen moet lekker mee kunnen doen in het leven. Dat vinden we bij Abrona. Je moet het werk kunnen doen...

Verhaal

Samen maken we het verschil

Vrienden van Abrona vindt het belangrijk dat mensen die ondersteuning ontvangen kunnen genieten van ‘normale’ extraatjes. Extraatjes waar je blij...