Ga naar de inhoud

Onvrijwillige zorg bij Abrona: wanneer het moet en hoe we het goed doen  

Soms wil een cliënt iets niet, terwijl het toch nodig is voor diens veiligheid of gezondheid. En soms wil iemand juist wel iets graag, maar kan dat niet omdat het gevaar oplevert. Dat noemen we onvrijwillige zorg. Gedragsdeskundige Susan van den Dool legt uit waarom deze zorg soms nodig is en hoe Abrona ervoor zorgt dat de rechten en behoeften van cliënten altijd voorop blijven staan.  

“Veel mensen denken bij onvrijwillige zorg aan dwangmedicatie of dwangvoeding”, vertelt Susan. “Maar die vormen komen bijna nooit voor. In de praktijk gaat het veel vaker om gewone dagelijkse situaties. Wat doe je bijvoorbeeld als een cliënt graag zelfstandig naar buiten wil, maar dat op dat moment niet veilig is? Of als iemand een brief krijgt die hij niet begrijpt en daardoor in paniek raakt of boos wordt? Dan moeten begeleiders lastige keuzes maken. Soms moet je iets doen wat de cliënt niet wil, of iets tegenhouden dat hij wél wil. Ook dat is onvrijwillige zorg.”  

De Wet zorg en dwang: rechten van cliënten staan centraal  

Sinds 2020 geldt de Wet zorg en dwang (Wzd). Deze wet beschermt cliënten tegen beperkingen van/in het leven die niet zomaar mogen. Onvrijwillige zorg mag alleen worden toegepast als er ernstig nadeel dreigt voor de cliënt of diens omgeving.  

De wet zegt dat onvrijwillige zorg altijd moet worden besproken, opgeschreven en regelmatig opnieuw bekeken. Daar zijn vaak meerdere mensen bij betrokken, zoals de cliënt zelf, de wettelijk vertegenwoordiger, de begeleider, een gedragsdeskundige en een arts.  

Bij de evaluaties doen ook professionals  van Abrona mee die de cliënt niet kennen. Zij kijken met een frisse blik, maar dit kost ook extra tijd. “Het zorgt voor meer administratie”, zegt Susan. “Toch is het belangrijk, omdat het gaat om goede zorg en om de rechten van cliënten.”  

Dagelijkse situaties  

Onvrijwillige zorg gaat bij Abrona meestal over het dagelijks leven. Susan geeft verschillende voorbeelden uit de praktijk. Zodra een begeleider onvrijwillige zorg toepast, gaat het hele proces in werking: melden, registreren, overleg voeren, evalueren en beslissen of dit vaker nodig is.  

Een cliënt vasthouden: fixeren  
“In de huiskamer van een woongroep kan de spanning tussen cliënten oplopen. Soms moet een begeleider dan ingrijpen om bijvoorbeeld een klap te voorkomen. De begeleider houdt de cliënt dan kort vast.”   

De deur op slot laten  
“Op sommige groepen moet de voordeur dicht blijven omdat een cliënt anders wegloopt en gevaar loopt. Er is een cliënt die dat prima vindt, maar zodra de deur een keer open blijft, loopt hij meteen weg. Dat noemen we stil verzet: iemand lijkt akkoord, maar het gedrag laat iets anders zien.”  

Koelkast ’s nachts dicht   
“Op een andere locatie at een cliënt elke nacht uit de gezamenlijke koelkast. Dat wilde deze persoon zelf eigenlijk ook niet. Dus met alle bewoners werd afgesproken dat de koelkast ’s nachts op slot gaat. Toch probeerde de cliënt de deur steeds te openen. Dat zien we als verzet en valt dus onder onvrijwillige zorg.”  

Omgaan met post, telefoons en spullen  
Sommige cliënten raken in paniek van brieven die ze niet begrijpen, bijvoorbeeld van de Belastingdienst. Als de begeleider de post eerst ontvangt, doorneemt en daarna met de cliënt bespreekt, voorkom je problemen. Maar als iemand liever zelf zijn post opent, is dat toch onvrijwillige zorg. Dat geldt ook voor het controleren van een telefoon of het innemen van gevaarlijke spullen.”  

Minder duidelijke situaties 
Er zijn ook situaties die minder duidelijk zijn. “Zoals een cliënt die ineens een hele zak pepernoten wil opeten. Eén keer is niet erg, maar als het vaak gebeurt of schadelijk kan zijn, moet je afwegen of ingrijpen nodig is. Begeleiders kijken steeds: is het nog onschuldig of kan het voor deze cliënt toch problemen geven?  

Triple C helpt om onvrijwillige zorg te voorkomen  

Bij Abrona werken de teams volgens Triple C. Dat betekent dat de begeleiders kijken naar wat een cliënt nodig heeft en hoe ze spanning kunnen voorkomen.  

“Begeleiders proberen vroeg te zien wanneer iemand opbouwt in spanning”, legt Susan uit. “Ze leren cliënten dat ook zelf herkennen, bijvoorbeeld met een stoplichtkaart of spanningsmeter. Door op tijd te handelen, bijvoorbeeld samen even ergens anders koffiedrinken, voorkomen we vaak dat een situatie escaleert.  

Triple C helpt teams dus om de vraag te stellen: wat heeft deze cliënt nodig om zich veilig en begrepen te voelen, zodat we geen onvrijwillige zorg hoeven in te zetten.”  

Leren, evalueren en verbeteren  

De Wzd verplicht om elke vorm van onvrijwillige zorg te evalueren. Dat kost tijd, maar het levert ook veel op. Susan ziet dat Abrona sinds de Wzd bewuster kijkt naar oude gewoontes. “Sommige beperkingen bleken niet nodig, waardoor meer deuren opengingen en cliënten vaker naar buiten gaan. Ook fixaties zijn verminderd.”  

De inspectie bezoekt Abrona regelmatig en is positief: cliënten ervaren meer invloed op hun eigen leven en onvrijwillige zorg wordt alleen ingezet als het echt moet, en zo kort en mild mogelijk.  

9 categorieën van onvrijwillige zorg   

  1. toedienen van vocht, voeding en medicatie, medische handelingen en therapeutische maatregelen: medicatie of medische handelingen die iemand niet wil.  
  2. beperken van de bewegingsvrijheid: vasthouden of beperken van armen, benen of lichaam om gevaar te voorkomen.  
  3. Insluiten: bijvoorbeeld: de voordeur van een groep op slot doen, een cliënt in diens kamer insluiten.  
  4. uitoefenen van toezicht op betrokkene: inzet van toezichthoudende domotica zoals uitluistersystemen  
  5. onderzoek aan kleding of lichaam  
  6. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag beïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen: zoals messen, scharen of andere gevaarlijke voorwerpen.  
  7. controleren op de aanwezigheid van gedrag beïnvloedende middelen
  8. beperken van de vrijheid om het eigen leven in te richten: beperkingen in bijvoorbeeld:
    • zelfstandig boodschappen doen 
    • zelf bepalen wanneer je opstaat of naar werk gaat 
    • apps blokkeren. 
    • Telefoongebruik zoals de telefoon innemen of laten controleren door begeleiding. 
    • de snelheid van een elektrische rolstoel of scootmobiel. 
    • Het openen van de eigen post. De begeleiding ontvangt en opent de post van een cliënt en bespreekt de inhoud samen omdat de cliënt anders in de problemen komt.  
  9. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek.  

Het laatste nieuws

Verhaal

Nieuw Bleyenburg: warm wonen in een hechte groep

Op de derde verdieping van een moderne nieuwbouwflat in Noordoost Utrecht ligt Nieuw Bleyenburg: een woonlocatie van Abrona voor 20...

Verhaal

Vrijwilligers maken het verschil bij Abrona

Vandaag, 7 december, is het Dag van de Vrijwilliger. Een mooi moment om stil te staan bij de enorme waarde...

Verhaal

Samen op pad: de wandelclub in Woerden brengt mensen in beweging én verbindt

Om de andere woensdag verzamelt een groep bewoners van Woerden achter het kasteel. Klokslag zeven uur gaan ze op pad....